Twee en drie maart 2013, organiseerde de Luxemburgese Kyudo Federatie haar jaarlijkse stage in de sportzaal van de lagere school Cécile Ries te Mersch. Onder leiding van Vlasselaer Jean-Pierre Sensei, Renshi 6de Dan, verdiepten een dertigtal Luxemburgse en Belgische kyudoka’s hun studie van de weg van de Japanse boog.
De stage begon met een oefening van een Ya Watashi door drie Luxemburgse deelnemers. Zo maakten deze drie uitvoerders kennis met de moeilijkheden in dit ceremonieel schieten, uitgevoerd door een schutter met twee asssistenten. De schutter schiet twee pijlen -in een vastgelegd patroon van bewegingen en verplaatsingen- en bezielt zo de kern van de ceremonie. De assistenten ondersteunen de schutter op een efficiënte manier zonder de aandacht van het publiek voor de schutter en zijn schieten af te leiden.
In de daaropvolgende bespreking benadrukte de senseï het belang van precies en correct uitgevoerde bewegingen. De verplaatsingen en handelingen van de assistenten werden in detail becommentarieerd. De volle schoonheid van de ceremonie zal enkel verschijnen wanneer de uitvoerders het puur technische niveau overstijgen. Pas dan breken hun persoonlijkheden door in de ceremonie en bezielen zij haar.
Daarna kregen alle deelnemers de kans om in Hitote Gyosha twee pijlen te schieten voor de senseï. Dit gaf hem de kans om ieders niveau te leren kennen en het onderricht van de stage aan te passen aan hun noden.
’s Avonds was er gelegenheid om samen te eten en op een ontspannen amnier ervaringen uit te wisselen.
De tweede dag van de stage werd opnieuw geopend met een Ya Watashi, ditmaal uitgevoerd door Jean-Pierre Vlasselaer en twee assistenten. Het vervolg van de dag werd besteed aan de techniek van het schieten. De Tenouchi, de greep van de linkerhand op de boog, werd op een diepgaande manier bestudeerd. De Japanse boog vraagt -omwille van zijn bijzondere constructie- een speciale techniek en gebruik van de linkerhand. Deze bijzondere greep verhindert dat pijlen steeds naar rechts vliegen maar integendeel recht op het doel afgaan. De techniek van de Tenouchi valt moeilijk te doorgronden omdat het essentiële zich afspeelt aan de binnenkant van de hand in haar contact met de boog en dus onzichtbaar blijft voor het oog. Deze greep kan enkel door jarenlange training geperfectioneerd worden.
Een ander punt waaraan de senseï bijzondere aandacht besteedde was de manier om kracht te concentreren in een plek in de onderbuik die ’tandien’ genoemd wordt en dit niet te doen in de bovenkant van het lichaam of de armen. Een Japanse boog opent men immers niet met fysieke kracht maar met een correct gebruik van het skelet.
Uiteindelijk, zoals dikwijls op kyudostages, oversteeg wat werd aangeleerd het vermogen van een kyudoka om op twee dagen te integreren in zijn schieten. Zodoende keerden alle deelnemers terug naar huis met voldoende bagage om hun dagelijke beoefening te stofferen.