Kyudo, een traditionele discipline geërfd van Japan, haar geschiedenis, haar wortels in het hart van de Japanse ziel, de wijzen van filosofische en religieuze denken, confucianisme, shintoïsme, het boeddhisme.

Compleet, niet beperkt tot de onontbeerlijke techniek, maar gericht op de menselijke persoonlijkheid in al haar complexiteit, lichaam en geest, psyche en hart, op zoek naar eenheid in lichaam, geest en techniek.

Levendig, het heden gelinkt aan het verleden, in een dynamische constante van studie en training, in een rijke beoefening, gedeeld met Japanse en Europese schutters.

De weg van de boog is een van de oudste, zo niet de oudste, Krijgskunst. Zij maakte haar overgang van jitsu (gevecht) naar do (afwezigheid van gevecht, de weg).

Studie van Kyudo leidt tot innerlijke ontplooiing, zoekt greep op lichaam en geest via precieze bewegingen, geen pietluttig streven maar een zoektocht naar eenvoud en zuiverheid. De schutter wordt geconfronteerd met zichzelf. Studie van de techniek is fundamenteel. De schutter wordt voor de makiwara gebracht (strobaal op boogafstand), het schot bouwt zich op met vastgelegde bewegingen die verschillen al naargelang de ryu (traditionele krijgsscholen). Schieten op de mato (schijf van 36 cm diameter op een afstand van 28 meter) volgt later maar ontslaat de schutter nooit om terug te keren naar de makiwara om zijn techniek te verbeteren.

Kyudo wist de tijd, de schutter concentreert zich, verliest zich in het traject van de pijl, in volle ontwikkeling. Op zoek naar verfijnde harmonie, de Rei.